maandag 6 augustus 2012

Zorg en afstand: waarom de Nederlander geen consument is

Zorg dichtbij, da's belangrijk. En dan moet het wel excellente zorg zijn. Hoe is het zo gekomen dat we in Nederland denken dat het kan: top-zorg om de hoek?
Even extreem: In de derde wereld weet iedereen (en wij weten het vandaar ook) dat je voor gezondheidszorg een eind moet reizen en dat je het alleen overleeft als je familie voor je zorgt tijdens je opname. Maar dat is hier in Nederland een heel ander geval: wij hebben geld en wij zijn solidair. Dit levert een fijnmazig netwerk van hoogwaardige zorg op. Overal in dit netwerk is de kwaliteit van de zorg hetzelfde en de beste van de wereld. Daar hebben we recht op, want daar betalen we voor via premies en volksverzekering.  Het zit er zo diep in, dat de introductie van marktwerking er veel last van had en heeft. Natuurlijk zal de klant voor z'n gezondheid niet marchanderen met de prijs. Wat maakt het uit wat iets kost, als het maar helpt. Maar de klant kan wel kiezen op kwaliteit (alleen het beste is goed genoeg) maar doet dat niet. Allereerst ontbreken alle mogelijke gegevens om te kunnen vergelijken op kwaliteit. De gegevens die nu op internet te vinden zijn, zijn te abstract en zijn voor de leek zonder toelichting niet te duiden. Van die leuke afkortingen waar de zorg zo goed in is. Maar volgens mij is het nog belangrijker dat een klant zich nu niet kan voorstellen, dat er verschil in kwaliteit kan zijn.

Een casus. Een fitte vutter heeft last van staar. Hij moet hieraan worden geholpen. Zijn hele werkzame leven reed hij dagelijks op en neer naar Rotterdam. Daarnaast reed hij door het hele land voor dienstreizen. Afstanden bestaan niet, mobiliteit een eerste levensbehoefte. Voor een mooie tentoonstelling is geen brug te ver. Maar voor de oogoperatie kiest hij voor het ziekenhuis om de hoek en niet voor het alternatief bij het gespecialiseerde oogziekenhuis in Rotterdam. Argument: ik kan er op de fiets naartoe en dan fiets ik op m'n gemak met een oog dichtgeplakt weer naar huis. Kende hij het alternatief niet? Jawel. Maar hij kon zich niet voorstellen dat er kwalitatief verschil zou kunnen zijn. Helaas was dat verschil er wel. Het resultaat viel erg tegen, zicht verslechterde. Nazorg was beroerd (stil maar, wacht maar) en nu mag er niemand meer aankomen want het vertrouwen is weg. Want nog steeds kan hij zich niet voorstellen dat de ene dokter iets kan wat een ander niet kan.

Hoe kan het dat we zo denken? Dat is sinds de wederopbouw gepropageerd door de overheid. En dan bedoel ik 'propageren' te laten klinken als propaganda. Wij in Nederland zouden herrijzen. Woonruimte, werk en gezondheidszorg voor iedereen, iedereen gelijke kansen. De dogma's van de verzorgingsstaat. Nu de verzorgingsstaat is begraven en de marktwerking als nieuw evangelie wordt gepredikt, hoort daar een mentaliteitsverandering bij de burger bij. Die kan deze omslag alleen maken als hij informatie heeft over de kwaliteit van de zorg. En dan moet de overheid niet alleen de discussie in de zorg willen voeren over de kosten. Want dat boeit de burger niets, hij heeft rechten. Pas als we de discussie voeren over wat de kwaliteit is die je krijgt voor je geld, zal hij wakker worden en zich als consument gaan gedragen. En dat laatste is nodig. Anders blijven we ons geld uitgeven aan zorg die eigenlijk onder de maat is. Dus weg met alle krampen bij brancheorganisaties en verzekeraars, bestuurders en politici en specialisten en geef informatie over ingrepen, maak het vergelijkbaar en begrijpelijk.
Om de casus door te trekken: zou de fitte vutter (en al zijn lotgenoten) zich wel als consument gaan gedragen, betekent dit de sluiting van de functie in het regionale ziekenhuis  (op zich al kostembesparend) en een verhoging van de productie in het gespecialiseerde ziekenhuis, zodat de kostprijs per ingreep daar lager zou kunnen worden. De oogartsen daar raken nog meer bedreven in de ingreep, wat weer ten goede komt aan de kwaliteit.