In de zomerperiode heb je nog ‘ns tijd om een boek te lezen.
Dit jaar zaten er vooral biografieën in de boekenkrat die altijd meegaat. Over
de Keniaanse winnares van de Nobelprijs voor de Vrede, Wangari Maathai maar ook
over R.P. Cleveringa, hoogleraar rechtsgeleerdheid in Leiden.
Professor Cleveringa’s bekendheid komt voort uit één daad:
op 26 november 1940 hield hij een college, een rede, waarin hij protesteerde
tegen het ontslag van zijn gewaardeerde collega en leermeester, de Joodse prof.
Meijers. Het directe gevolg was, dat Cleveringa in de gevangenis van
Scheveningen werd opgesloten. Tijdens en zeker na de oorlog werd deze rede
gezien als toonbeeld van het Nederlandse verzet tegen de bezetting. Het bewijs
dat Nederland consequent weerstand heeft geboden.
Cleveringa groeide op in Friesland, studeerde zelf rechten
in Leiden. Duidelijk is dat hij uit een geprivilegieerde omgeving. Het is
natuurlijk niet vanzelfsprekend dat een jongen uit Friesland Franse les krijgt
in Zwitserland en na zijn diploma een bootreis maakt naar Rusland voordat hij
gaat studeren in Leiden.
Cleveringa verblijft eigenlijk voortdurend, zeker vanaf zijn studietijd, in
kringen waar gestudeerd en gefilosofeerd werd over van alles. In die kring
leert Cleveringa vanzelfsprekend van zijn hoogleraren, die later zijn collega’s
worden en van zijn medestudenten die later op andere plekken dan de
universiteit belangrijke posities in de maatschappij bezetten. Een inspirerende
kring, waaraan Cleveringa zich ook schatplichtig voelt. Een enorm arbeidsethos
spreekt uit al zijn acties, waarbij hij op en top een gestructureerde jurist
was. Zeg maar droog, elk woord afwegend.
Wat mij opvalt in het verhaal is hoe toeval een rol speelt.
Zonder een ijverige student die de toespraak wilde kopiëren en daartoe ook
initiatief nam, was de toespraak nooit verspreid kunnen worden en z’n
uitwerking nooit kunnen hebben.
Wat ook binnenkwam was hoe in de leefwereld van de Leidse Universiteit al jaren
duidelijk was wat er in Duitsland gaande was en waar dat toe kon leiden. De
Leidse hoogleraren en professoren twijfelden niet over wat er zou gaan gebeuren
als Hitler aan de macht kwam als het om de Joodse bevolking ging. Deze kringen
volgden al jaren nauwgezet de ontwikkelingen in Duitsland in de jaren 30. Op mij kwam het over als een het vormen van
een collectief weten en daarmee een collectief geweten. Op de een of andere
manier is zo’n kern van mensen die een moreel kompas omarmen en delen van een
hoeder van de integriteit van wetenschap en samenleving. Vanuit zo’n kern kan
in tijden van turbulentie duiding worden gegeven en herstel worden bereikt.
Als moderne werknemer word ik ook geraakt door het algemene
tempo van het leven van een hoogleraar in de vorige eeuw. Het is uit de
biografie duidelijk dat Cleveringa als hoogleraar heel productief was en hard
werkte. En toch heeft hij zijn hele werkzame leven eigenlijk ‘slechts’ aan twee
onderwerpen gewerkt en die helemaal kunnen uitdiepen: het zeerecht en het
handboek bij het wetboek voor burgerlijke rechtsvordering. Zo’n toewijding en
aandacht lijkt in deze tijd niet altijd meer mogelijk. Overigens was Cleveringa
ook, na de oorlog, intensief betrokken bij de instandhouding van de gevangenis
in Scheveningen als monument en doet mee aan diverse herdenkingscomités.
Cleveringa wist wat voor hem persoonlijk de gevolgen zouden
kunnen zijn als hij zich openbaar uitsprak tegen het ontslag van Meijers. Als
bewijs daarvoor gaat het verhaal dat zijn koffer al ingepakt stond, voor als de
politie hem kwam halen, wat door de biograaf Kees Schuyt bevestigd wordt.
Hoe komt een mens tot de stap bewust te nemen die jouw leven, maar ook dat van
geliefden voor altijd kan veranderen? Waar haal je dan de moed vandaan.
Cleveringa had na de oorlog gelukkig de kans en de tijd om daar ook zelf op te
reflecteren. Hijzelf geeft aan dat hij vier motieven had: ambtsplicht (hij was
decaan van de rechtenfaculteit), morele plicht (vanwege zijn beelden over
rechtsplichten en rechtvaardigheid), persoonlijke relatie (professor Meijers
was zijn leermeester en hij was hem heel erkentelijk) en de morele
verantwoordelijkheid richting zijn studenten het goede voorbeeld te geven. Vier
argumenten die nogal rationeel zijn, passend bij de man.
Maar daaronder lag zeker een gevoel, een duidelijke beleving van onrecht. Dat
gevoel van onrecht was zo sterk, dat daartegenover een daad móest worden
gesteld, die je dan achteraf met argumenten rationeel voor jezelf kunt
verklaren. Als onderbouwing van de emotie achter de rationele daad, laat de
biograaf in de biografie duidelijk zien dat Cleveringa zijn leven lang een
ongemakkelijke en irrationele hekel houdt aan Duitsland en Duitsers. Verder
verklaart biograaf Kees Schuyt zelf de keuze die Cleveringa in november 1940
maakte op een abstracter niveau. Cleveringa, zegt Schuyt, stond op om te
verdedigen om als individu vrij te mogen kiezen. Een mens kan zich vrijwillig
thuis voelen bij verschillende groepen, maar word je onvrijwillig ingedeeld bij
een groep (Joden, moslims, kaaskoppen
etc) dan ontstaan er als vanzelf sterke emotionele tegenkrachten.
Cleveringa blijft daarom een inspirerend voorbeeld, ook juist in deze tijd van
toenemend groepsdenken en openlijk antisemitisme.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten