maandag 23 april 2012

Scheiden van wonen en zorg in de GGZ en GHZ, deel 5

Mopperen kan altijd. Ik heb nu wel genoeg obstakels beschreven die we moeten overwinnen voordat scheiden van wonen en zorg in de GGZ en GHZ een feit kan zijn. Maar is er ook iets op te lossen? Natuurlijk, alles is altijd op te lossen, zeker op papier ;-)!
De wet op de huurtoeslag kan worden aangepast, een paar extra regels erbij, wat bepalingen eruit, zo gepiept. Het mandaat van het College Sanering kan ook worden bijgeschaafd. Er hoeft heus geen vermogen weg te lekken, maar om het beleid van scheiden van wonen en zorg te kunnen uitvoeren moeten de tijdrovende administratieve procedures wel meer standaard worden en niet langer verschillen bij elke individuele Gemachtigde.
Zorgorganisatie, corporaties, ZBO’s, gemeenten zijn allemaal mans genoeg en voldoende lenig en behendig om een administratieve omwenteling als het scheiden van wonen en zorg feitelijk voor hen is, op te vangen. Dat komt wel goed, al zal het heus wel even duren voordat alles op orde is. Maar dit beleid was niet bedoeld om zorgprofessionals, beleidsmedewerkers en ambtenaren van de straat te houden.
De burger moet bereidt blijven de premie voor de AWBZ te betalen. Als de premie teveel stijgt, valt het draagvlak onder de AWBZ weg en dat is breed gedragen een onwenselijk idee. Om de AWBZ te behouden voor de toekomst moet de premie dalen, zo luidt het mooi en loffelijk streven. Ja, misschien krimpt de pot geld binnen de AWBZ dan wel, maar macro voor de BV Nederland maakt het niets uit. Dat kan ook niet als je logisch blijft denken: de zorg en het vastgoed moeten ergens uit en door iemand worden betaald. In ieder geval komt de huurtoeslag toch ook uit een algemeen potje.
Het grote verschil zal zijn, dat de cliënt van GGZ en GHZ veel meer zelf moet gaan betalen, in de vorm van huur. En dat is toch raar. En het ging toch altijd juist om de cliënt? Die moet meer keuzevrijheid krijgen en betere zorg tegen een lagere prijs.  De grote groep van ouderen die in  verpleeg- of verzorgingshuizen zitten, gaat erop vooruit, zo laten micro-berekeningen van RIGO uit 2008 zien. Terwijl de toekomstige ouderen steeds vaker kapitaalkrachtiger zijn, waar blijft dan het adagium van ´de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten´? En de 65-minner, of hij nu psychiatrische problemen heeft of gehandicapt is, krijgt de rekening gepresenteerd. Juist die groep mensen die zelden of helemaal nooit in staat is geweest een financiële buffer op te bouwen en moet leven van een inkomen uit Bijstand of Wajong (straks dus een beroep moet doen op de Wet Werken naar Vermogen). Deze groep is lang niet zo omvangrijk als de groep ouderen en heeft een beperktere lobby-kracht, zou dat het zijn? Wie zorgt ervoor dat de individuele GGZ of GHZ cliënt straks financieel het hoofd boven water kan houden? Schuldsanering en bewindvoering liggen dan voor de hand. Ik voorspel dat dit tot de taken van de gemeente gaat horen, zij moeten straks immers begeleiding ex WMO leveren en de Wet Werken naar Vermogen uitvoeren. En dat die gemeente daar geen extra geld voor gaat krijgen van het Rijk...
Dus ja, alles is op te lossen, maar of de doelstelling (materieel en immaterieel) wordt bereikt, is niet te zeggen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten